Spitfire J121: Zwaaiwedstrijd

“Het gaat goed. We zitten er lekker in,” vertelt oceaanzeiler Jelmer van Beek enthousiast als we hem zaterdagmorgen rond 9 uur bellen. “Mooie weersomstandigheden met vijftien tot twintig knopen wind. En ja, we zeilen de hele tijd lekker halve wind heen en weer. Als je net droog bent, komt er weer een golf over dek.” Hij lacht: “Zo ongeveer, je kent het wel.” Hij vaart aan boord van de Spitfire J121 van schipper Frederic de Visser uit Scheveningen.

Vooraf liet Van Beek weten dat hij en zijn team een start op zee zeker in overweging namen, maar het werd uiteindelijk Enkhuizen-Noord. “Ja, de wind was niet gunstig en met de stroming kwamen we ook niet uit. Dus nu is de planning om alle rakken op het IJsselmeer te varen. Rond 9 uur hadden we al bijna 120 mijl gedaan. Mijn Scheveningse vrienden vinden het allemaal een waanzinnige wedstrijd. Het is superleuk om ’s nachts met zoveel lampjes op het water te zitten.”

Hoe is het voor jou om na tien jaar en zoveel ervaringen als professionele zeezeiler rijker weer de 24 Uurs te varen? “Ja leuk, om in Enkhuizen met de andere deelnemers voor te beschouwen en als je nat wordt, is het tenminste zoetwater. Dat is een stuk aangenamer en droogt sneller. Ook de IJsselmeergolven zijn weer leuk. In de Optimist heb ik daar natuurlijk onwijs veel op gezeild.”

Na zijn opleiding bij het jeugdprogramma van Team Heiner nam de zeilcarrière van Jelmer van Beek een vlucht. Zo zeilde hij de Fastnet Race, Middle Sea Race, de Sydney Hobart en werd hij als schipper van Team JAJO tweede in de The Ocean Race VO65 Sprint Cup. Dat de Kustzeilers 24 Uurs Zeilrace een andere categorie zeilwedstrijd is, mag duidelijk zijn. Maar hoe anders is deze race ten opzichte van de traditionele zeezeilwedstrijden. We vroegen het Jelmer. “Het unieke aan de 24 Uurs is dat je ongeveer elke drie kwartier de bocht om moet. Je vaart heel veel van rak naar rak. Het grappige is dat je met en tegen iedereen vaart. Je kunt misschien de startplek van elkaar afkijken, maar verder heb je weinig idee van hoe goed je het nou doet ten opzichte van de andere boten die je tegenkomt. Dat maakt het spel heel anders, want normaal houd je elkaar continu in de gaten. Nu doe je dat om niet tegen elkaar aan te varen.”

Gevraagd naar hoe de stemming aan boord is, antwoordt Van Beek: “Die is goed. We hebben net de bolletjes met gebakken ei gegeten. Die waren voorbereid. In de kast lagen nog een paar vriesdroogmaaltijden, maar die heb ik aan me voorbij laten gaan”, geeft Jelmer lachend toe. “We hebben een wachtschema van twee uurtjes slapen en vijf uur aan dek”, gaat hij verder. “Dat gaat precies goed. We zijn met z’n zevenen, dus er zijn steeds twee mensen beneden en in principe vijf boven. Tegelijkertijd zijn we veel bezig met het Rak 24-programma en het binnenhalen van weerberichten. We doen echt ons best om een goed resultaat neer te zetten.”

Op het moment van bellen geeft de windmeter twintig knopen aan. “We hebben veel boten om ons heen. Sommige varen met een rif, andere niet. Wij hebben een vol grootzeil en medium/heavy fok opstaan. We hebben een paar keer met de Code zero gezeild. Dat kan heel af en toe als we net een iets ruimer rak hebben. En iedereen zwaait naar elkaar. Dat doe je altijd wel op het water, maar ja nu heb je veel te zwaaien.”

Als we afsluiten, heeft de Spitfire 138,61 nautische mijlen afgelegd. Daarmee gaat het Scheveningse team aan de leiding in zowel de ORC1 als in het klassement voor meeste mijlen.